Dit is een hoofdstuk uit het inmiddels niet meer te verkrijgen boek over de opkomst van commerciële omroep in Nederland en wordt als naslagwerk gekoesterd als het gaat over de periode 1985-1996 in de Nederlandse omroepgeschiedenis. En hoe heroïsch die start ook is geweest, er moest uiteindelijk wel geld verdiend gaan worden. Daar is commeciele radio en tv toch voor bedacht. Dus moet er een meneer die goed op de centjes let aan het hoofd staan. En die rekenmeester was Freddy Thyes. Hij zorgde voor de rendabele resultaten van RTL, waar het op tv in Nederland mee begon, en hij deed het kunstje bij de start van SBS6 nog eens over. Maar zijn beknibbelende houding zat de creatieve geesten ook behoorlijk in de weg. Over die clashes gaat dit hoofdstuk.
"Begin 1994 ontstond Endemol, en wilden de heren weer met RTL onderhandelen voor een langdurig contract. Ze wilden de helft van de winst, maar dat kon ik niet doen. Als ik toen akkoord was gegaan dan was de samenwerking tussen Endemol en Veronica er nooit gekomen. Dan was Veronica ook nooit commercieel gegaan. En dan was de Holland Media Groep er ook niet gekomen."
Broadcast-omroepman van het jaar 1993 Freddy Thyes is één van de meest gezichtsbepalende mannen achter de schermen van het medialandschap. De Luxemburger komt door zijn werkgever CLT eind jaren tachtig in contact met de Nederlandse mediawereld. De Mediawet is nog niet klaar voor binnenlandse initiatieven, maar Thyes gaat namens RTL in zee met Lex Harding. RTL-Véronique wordt de eerste, specifiek op Nederland gerichte commerciële tv-zender. Een paar maanden later al wordt de vroegere concurrent Joop van den Ende binnengehaald, en Lex Harding ruimt het veld. Het jonge Véronique verandert in een familiekanaal: RTL4. Freddy Thyes wordt er de enige managing director en onderhandelt namens CLT met Joop van den Ende over de levering van diens dure programma's. Thyes let goed op de centjes, Van den Ende is daar niet van gediend. Het gevolg is een jarenlang durende stroeve verhouding tussen beide partijen. Na zes jaar trouwe dienst wordt Thyes in 1995 door RTL op een zijspoor gezet, waarop Thyes voor een andere baan kiest. De nieuwe zender SBS maakt, mede door de ervaring van Thyes en een aantal andere vertrokken RTL mensen, daardoor een goede start. Met gemengde gevoelens kijkt de 'bevrijdde' Thyes terug op zijn oude werkgever.
"Omroep is niet zoiets als een normaal bedrijf. Velen denken dat media een economisch belangrijk goed is, terwijl politici denken dat het politiek belangrijk is.
De markt
CLT onderzocht al in de jaren 70 en de jaren 80 of het mogelijk was om in Nederland een commerciële zender van de grond te krijgen, zoals ze dat ook voor andere landen onderzochten. Rond 1980 is het eerste satellietproject geweest. De Luxsat, waar vier stations hadden moeten uitzenden, in het Engels, het Frans, het Duits en het Nederlands. Maar dat project is door de Raad van Commissarissen van CLT afgekeurd, omdat het te duur was en nog te vroeg om een satellietzender te starten. Maar zo heeft CLT wel steeds gekeken wat er mogelijk was.
Op 1 januari 1988 trad de nieuwe Mediawet in Nederland in werking. Daardoor ging CLT zich weer op Nederland richten. Er stond weliswaar in de Mediawet dat het niet mogelijk was om commerciële omroep in Nederland te bedrijven, maar je kon wel op de kabel toegelaten worden als buitenlandse zender, onder bepaalde voorwaarden. Dat gaf voor ons de doorslag. Er kwamen verschillende partijen naar CLT om te praten over de mogelijkheid om vanuit Luxemburg een zender op te starten in de Nederlandse taal. Dat hebben de mensen in de Tweede Kamer niet goed doorzien, denk ik. Die hebben gedacht dat er niemand in het buitenland een Nederlands programma ging uitzenden. Behalve de BRT, maar daar hadden ze een must-carry overeenkomst mee. Ze zagen niet het gevaar dat een buitenlander met een Nederlands project kwam. Maar juridisch gezien was het mogelijk.
De voorstellen
Patrick Cox was de eerste die bij ons een project presenteerde. Hij kwam niet als Patrick Cox van NBC of RTL, maar als privé persoon. Zijn project was echter te ambitieus, en hij had geen partner. Hij had een businessplan, waar ook Ruud Hendriks aan mee had gewerkt, om met TF1 iets te gaan doen. Maar wij wilden het alleen doen als hij een Nederlandse partner had. Die kon hij niet vinden, en dus is dat niet doorgegaan. De Nederlandse uitgevers met AVRO, TROS en Veronica waren met een eigen plan bezig, wat uiteindelijk ook niet doorging. In die tijd hadden wij al gesprekken met VNU, maar ik denk dat de tijd er nog niet rijp voor was. Daarna was er nog een project van Willem van Kooten, Benelux-TV. Er is wel informeel gesproken, maar Willem is nooit voor officiële onderhandelingen naar CLT gekomen.
Na al die voorstellen achtten wij de tijd rijp om de Nederlandse markt zelf te gaan onderzoeken, en een businessplan te schrijven. Daar hebben onder andere Henri Roemer en ik zich mee bezig gehouden. Ik kon nog geen Nederlands praten, ik kende de Nederlandse markt niet. Ze hebben mij het publieke bestel geprobeerd uit te leggen. Het bestel is niet uit te leggen, zeiden ze dan. Je moet het zien als: God Created Television. Dat was de verklaring die ik kreeg, ha ha ha. Tijdens ons onderzoek hebben we adverteerders gepolst, en we zijn bij grote uitgevers langs geweest. Ook bij VNU, die wel geïnteresseerd waren in commerciële televisie, maar ze wilden het risico niet nemen. Bovendien waren ze betrokken bij het project van AVRO, TROS en Veronica.
Veronica
Uit het contact met het Veronica-management is later nog veel gekomen. We hadden contact met Lex Harding, Rob Out, de toenmalige Veronica voorzitter Wouter Bordewijk en hun adviseur Peter de Jager. Wij kregen het gevoel dat dit management, niet Veronica zelf maar dit management, de mentaliteit, de attitude en de nodige kennis had om commerciële televisie op te starten. Maar zij hadden hetzelfde probleem als bij Patrick Cox, ze hadden ook geen partners. Henri Roemer is op partnerjacht gegaan, met toestemming van CLT. Henri heeft toen veel geregeld, want ik was met veel andere projecten bezig. Ik was er tussen oktober 1988 en februari 1989 bij betrokken, daarna een tijdje veel minder. Henri heeft vier partners gevonden, de NMB, de Merchantbank, Philips en het Veronica management via hun bedrijfje Tornado BV. Philips zat er maar voor twee procent in, met de bedoeling via ons hun nieuwe D2 Mac standaard uit te dragen.
Radio Tele Voorbereiding
De eerste vergaderingen vonden in Maastricht plaats. Dat was namelijk makkelijk te bereiken voor de mensen vanuit Luxemburg, Amsterdam en Hilversum. Toen het serieus werd, zijn we verhuisd naar de Lindenheuvel in Hilversum. Daar vonden de eerste voorbereidingen plaats. Het probleem was dat we nog geen maatschappij hadden, en ook nog geen kapitaal. We moesten al wel verschillende toezeggingen doen, apparatuur aanschaffen, opdrachten geven voor de ontwikkeling van programma's. Dat was niet gemakkelijk, want wie bestelt dat dan, CLT of Tornado? Er was een speciaal studiebedrijfje opgestart, dat heette Radio Tele Voorbereiding. Nog niet Véronique, dat idee kwam later. Ik ging een keertje met Bordewijk in Luxemburg eten, en toen zei hij: "Wat vind je van de naam Véronique?" Ik zei tegen Bordewijk: "Ja, dat is een mooie naam." Maar ik had liever de naam Dominique, want dat is de naam van mijn dochter, ha ha ha. Veronica wilde het alleen Véronique noemen, zonder RTL ervoor. Uiteindelijk is het dat compromis geworden, RTL- Véronique, om onze buitenlandse status te onderstrepen.
De constructie
Het was belangrijk om juridisch alles perfect voor elkaar te hebben, mede omdat de politiek en de media in Nederland alles op de voet volgden. We hadden zowel in Luxemburg als in Nederland een aantal advocaten om ons te begeleiden. Professor Dommering heeft ons daarbij goed geholpen. Hij heeft goed doorzien dat we geen U-bocht constructie moesten gebruiken. Hij zei dat we een broadcaster moesten zijn die niet door Nederlanders was opgestart, maar die in het buitenland actief is. Dat was voor CLT gemakkelijk. Wij zaten al in Luxemburg, waar we een heleboel projecten deden. Dus we gingen daar niet als Nederlanders speciaal heen. Een andere voorwaarde was dat we een buitenlandse etherfrequentie moesten hebben. Het signaal in de buitenlandse ether moest precies hetzelfde zijn als het satellietsignaal. En het programma moest rechtstreeks worden uitgezonden, zowel in de ether als op de satelliet. Ook dat was geen probleem, want we hadden al een tijd een monopolie op de Luxemburgse etherfrequenties. Niet voor de satelliet trouwens, maar dat is wat anders. Dus juridisch was het goed verzorgd. We hebben daarover ook contact gehad met het Commissariaat voor de Media.
In april 1989 kreeg ik een fax van CLT dat de Raad van Commissarissen opdracht had gegeven om door te gaan met het project. Dat liet ik toen zien aan de heren van de NOS, Ed van Westerloo, Paul Hendriksen en Albert van den Heuvel. Ze lachten me uit en gaven me geen kans. Zij dachten dat TV10 van Joop van den Ende meer kans maakte. Maar ik kende Van den Ende toen nog helemaal niet, en ook niet zijn project TV10. Dus ik zei dat CLT nog nooit een project was gestart zonder het af te maken. Die zomer van 1989 heb ik kennis gemaakt met Joop van den Ende. TV10 kwam naar Luxemburg om een licentie te krijgen. Ze wilden daar vandaan uitzenden, maar ze kregen natuurlijk geen etherfrequentie, door het monopolie van CLT. Ze konden alleen een transponder huren op de Astra satelliet. Hun constructie zat dus niet goed. Maar Van de Ende was overtuigd dat hij in Nederland op de kabel zou komen. Het verschil in de aanloopfase is dat wij ons geconcentreerd hebben op de juridische constructie en de politieke kant. Wij keken niet zo naar de sterren en de programma's zoals TV10 dat deed. We hebben natuurlijk wel naar goed personeel gezocht, maar dat is niet te vergelijken met de investering die TV10 maakte. Wij wilden eerst zekerheid hebben dat we ook echt op de kabel in Nederland konden komen.
De betrokkenheid
Véronique was in meerderheid van CLT, die zo'n 60 procent van de aandelen had. Veronica had maar een klein deel van de overige 40 procent. Ik heb nooit zeker geweten of het de bedoeling was om Véronique later in Veronica op te laten gaan. Ik betwijfel dat. Dat zou niet gemakkelijk geweest zijn, omdat ze geen meerderheid hadden. Veronica was het kindje van Rob Out, en hij wilde Veronica niet verlaten. Misschien dat Veronica in een latere instantie een fusie wilde aangaan met Véronique, als ze commercieel zouden gaan. Maar daar is met mij nooit over gesproken. Je kon toen nog niet het publieke bestel verlaten om een commercieel station in Nederland op te richten.
Tot het laatste moment is het spannend geweest of Véronique door zou gaan. Er was nog heel weinig geld, en de publieke omroep probeerden ons tegen te houden. Het Commissariaat voor de Media deed op 19 september de uitspraak waarin TV10 werd afgekeurd, en Véronique goedgekeurd. De NOS had een kort geding aangespannen bij de Raad van State wat vijf dagen voor de eerste uitzending diende, op 25 september 1989. Die zaak hebben wij ook gewonnen. De Telegraaf kopte toen: 'Véronique mag wel, TV10 niet'. We hebben toen een satelliet transponder gehuurd waarmee je ook in Nederland kon worden ontvangen. De politiek in Den Haag heeft denk ik nooit begrepen dat als je in het buitenland uitzend, je ook in Nederland ontvangen kunt worden. Zij zagen het dus niet als gevaar. Maar Radio Tele Voorbereiding had nog maar een startkapitaal van 1 miljoen gulden. Dat is op die 25e september opgeschroefd naar 49 miljoen. Zonder dat kapitaal waren we alsnog niet in de lucht gegaan. Dan had CLT het stopgezet, want dat had echt niet gekund. We waren dus tot het laatste moment heel onzeker.
Véronique
Op 2 oktober zijn we van start gegaan. Dat was heel leuk, met een mooi feest. Er heerste een goede sfeer. TV10 was dus afgeblazen, hoewel Van den Ende nog dacht dat hij op 28 oktober van start kon gaan. Als beide stations waren begonnen dan was het veel moeilijker geweest voor Véronique. Maar dat blijft speculeren. Ik denk dat TV10 dan het huidige RTL4 was geworden, en Véronique het huidige Veronica. De zender Véronique was namelijk nooit bedoeld om een familieprogramma te brengen. De grote amusementsshows voor het brede publiek horen bij het latere RTL4, maar dat was niet voorzien in het businessplan. Véronique was bedoeld als jonge en dynamische zender voor een jonger publiek. En Véronique heeft het in haar eerste half jaar ook helemaal niet slecht gedaan. Er werd altijd gezegd dat we zo'n slecht marktaandeel hadden, maar we zijn gestart met 8 procent. Dat is gezakt naar 6 procent, maar eind 1989 stonden we alweer op 10 procent. Dat was niet slecht. En dat zonder de Van den Ende-programma's.
Van den Ende
De verandering bij Véronique kwam toen Van den Ende werd binnengehaald. Hij had geen opdrachten meer bij de publieke omroep, en Véronique zag hem als een concurrent. Dus hij kon eigenlijk nergens meer heen. Toen heeft hij geprobeerd bij Patrick Cox, NBC en TF1 aansluiting te vinden om toch TV10 op te starten. Maar zijn investeerders vonden het risico te groot, en wilden er geen geld meer insteken. Toen vonden wij het tijd om hem toch een contract te geven, om te zorgen dat hij niet alsnog een concurrerend station ging opzetten. Hoewel dat gevaar er volgens mij niet echt in zat, want zowel TF1 als NBC wilden het niet met Van den Ende doen. Achteraf gezien denk ik dat we Joop niet zo'n langdurend contract hadden moeten bieden. Lex wilde zo'n contract niet, en ik was ook niet enthousiast. Als je zo'n groot gedeelte van het programmabudget aan één producent moet besteden, dan heb je geen flexibiliteit meer. Je kunt dan het programmabudget niet meer beheersen. Dat zei Lex ook. Hij kon tegen lagere kosten allerlei sterren binnenhalen, zoals Koos Postema en Tineke de Nooij, die dan direct onder contract van Véronique zouden staan. Dus niet via Van den Ende. Maar het binnenhalen van Van den Ende was vooral een politiek strategische beslissing van CLT.
Lex was niet betrokken bij de onderhandelingen met Van den Ende. Ik wel, maar ik mocht daar niet met Lex over praten. Dat was heel moeilijk, want ik had een hele goede verstandhouding met Lex. Ik zat met hem op dezelfde lijn. Bij Véronique heeft hij het programmagedeelte gedaan, en ik het businessgedeelte. Maar toen we het contract gingen tekenen met Van den Ende, nog voor de kerst van 1989, was Lex er niet bij. De Veronica ploeg verdween van het toneel, en de Véronique formule werd omgedoopt in RTL4. Toen we het contract met Van den Ende hadden getekend, moest het eerst nog een maand stil blijven. We waren namelijk in onderhandeling met twee uitgevers, Elsevier en VNU. Lex is toen op 'vakantie' gegaan, want de aankondiging van zijn vertrek bij RTL zou de onderhandelingen verstoord hebben. De uitgevers durfden nu wel in Véronique te stappen, omdat de zender een licentie had, en in het grootste gedeelte van Nederland op de kabel zat. Daarna kon de deal met Van den Ende pas bekend wereldkundig gemaakt worden.
TV10
Naast het contract met Van den Ende kregen we ook de sterren uit zijn stal. Dat heeft er natuurlijk voor gezorgd dat het marktaandeel van RTL4 omhoog is gegaan. Maar het heeft er ook voor gezorgd dat de kosten met een sneltreinvaart omhoog gingen. We moesten al het materiaal overnemen wat TV10 had gekocht, alle filmrechten. Die contracten die ze afgesloten hadden waren echt gruwelijk. De bedragen waren te hoog, en de licentie was maar voor één jaar afgesloten. We moesten met elke distributeur opnieuw onderhandelen voor ieder contract. Als TV10 echt van start was gegaan, dan waren ze binnen zes maanden in grote financiële problemen gekomen. Ze hadden geen ervaring met commerciële televisie. Ze hadden wel de sterren en de programma's, maar ze hadden aan adverteerders garanties gegeven voor marktaandelen van veertig procent! Toen die programma's bij ons kwamen haalden ze twintig procent.
De problemen
Ook wij kregen het niet makkelijk. De shows van Van den Ende betekende niet gelijk een stormloop aan adverteerders. Adverteerders zijn altijd heel voorzichtig, ze willen eerst afwachten of je het marktaandeel ook daadwerkelijk kunt bereiken. En dat je dat ook blijft behalen, pas dan willen ze investeren. Dat is ook bij SBS6 zo gegaan, pas na zes tot negen maanden durven de adverteerders met je in zee te gaan. De reclame inkomsten, zoals IP die in 1990 berekende, werden steeds niet gehaald, en moesten voortdurend lager worden bijgesteld. Dus ik had te maken met lagere inkomsten, de hoge kosten van de amusementsshows door Joop van den Ende Productions, en een Raad van Commissarissen die aan het eind van het jaar een sluitende begroting wilden zien. Ze zeiden tegen mij: "Freddy, je mag doen wat je wilt, zolang je de bottomline van het businessplan maar haalt." Dus ik had geen andere keuze dan om naar Van den Ende te gaan en te zeggen dat het goedkoper moest, en dat er minder shows moesten komen. Dat was het begin van mijn problemen met Van den Ende. Het was niets persoonlijks, puur zakelijk. Het had niets met Aalsmeer te maken, maar de aandeelhouders zetten mij onder druk omdat er nog te weinig reclame-inkomsten waren.
Bovendien had Van den Ende ook nog geen ervaring met commerciële televisie. Hij kende de economische verhoudingen niet. Bij de publieke omroepen bepaalde hij het bedrag en de zendtijd. Bijvoorbeeld: Als Van den Ende de Surprise Show aanbood zei hij: dat kost zes ton. Dan zei de KRO, ja maar we hebben maar vier ton. Dan zei Van den Ende weer: geen probleem, ik regel de resterende twee ton. Dat betekende dus sponsoring. Van den Ende ging op eigen houtje alternatieve financiering zoeken. En dat wilden wij natuurlijk niet. Wij wilden geen parallelcircuit van zendtijdverkopen. Voor mij was het altijd heel duidelijk: de producent produceert, en IP verkoopt de advertenties. Dat grijze circuit van sponsoring zag ik niet zitten. Van den Ende wilde die inkomsten blijven houden, maar het leek mij beter dat hij goedkoper ging produceren. We bekeken ieder budget, qua rechtenkosten, creatieve kosten, technische faciliteiten enzovoort. Het was duidelijk dat zijn produkten veel te duur waren. Dat vond Van den Ende uiteraard niet, hij wilde alleen maar meer produceren.
Uiteraard heeft hij me dat standpunt kwalijk genomen, maar hij heeft het me ook persóónlijk kwalijk genomen. Ik was op dat moment de enige algemene directeur van RTL, want Lex was er niet meer. Ik had overigens graag een vervanger gehad voor Lex Harding, dat heb ik ook voorgesteld. Ik was me bewust hoe moeilijk het is om in een land te werken waar je de taal niet van spreekt, en je de sociale en culturele achtergrond niet kent. Het is heel moeilijk om dan te bepalen welke shows en drama's je moet produceren. Normaal weet ik dat soort dingen wel, maar niet voor Nederland. De aandeelhouders, inclusief VNU en Elsevier, hadden echter de zoektocht naar een opvolger stopgezet, omdat ze vertrouwen in mij hadden. Ze zeiden: "Freddy, je doet het goed, je kunt het ook alleen doen." Ik was niet blij met die beslissing. Het gaf natuurlijk wel prestige, maar het was ook één van de oorzaken dat Van den Ende in die tijd meer macht kreeg. Want je had verder alleen nog Ruud Hendriks. Ruud was programmadirecteur, maar hij was geen programmamaker. Hij was niet zoals Bert van der Veer van Van den Ende-Productions een creatief persoon die nieuwe programma's ontwikkelt. Dat was ook niet zijn vak. Maar dat betekende dat Ruud afhankelijk was van Van den Ende. Ruud wilde het dan ook zoals Van den Ende het wilde. Ruud en Bert zorgden voor de programmaschema's, ik deed de businesskant. Maar de echte programma-directeur achter de schermen was Van den Ende. Er was elke week een ontmoeting tussen Van den Ende, Bert van der Veer en Ruud Hendriks. Daar bepaalden ze welke programma's er kwamen. Op een gegeven moment wilde ik dat niet meer. Als ik had toegelaten dat Van den Ende mededirecteur werd, dan kon ik mijn eindresultaat niet bereiken. Wij hadden geen geld voor al die shows.
RTL5
Na drie jaar RTL4 hadden we eind 1991 de meeste verliezen weggewerkt en zelfs een eigen kapitaal opgebouwd. Daar zijn we wat mee gaan doen: RTL5. Dat deden we vooral uit strategische overwegingen. Het gevaar was aanwezig dat de TROS en Veronica het bestel zouden verlaten om zelf commercieel te worden. Wij wilden dat voor zijn, en hebben toen RTL5 in de markt gezet. Er is nog wel geprobeerd om het samen te doen met de TROS en Veronica. Veronica wilde dat niet, maar de TROS wel. De ledenraad van de TROS heeft echter op het laatste moment het commercieel gaan van de TROS tegengehouden. Toen zijn we alleen doorgegaan, we wilden niet wachten op de TROS of Veronica.
Wij hebben dat project uitgewerkt, en in Parijs aan de Raad van Commissarissen voorgelegd. Mijn idee was om RTL5 in dezelfde maatschappij onder te brengen als RTL4, dus om het niet als apart bedrijf op te zetten. De voorzitter van het Comité de Direction van CLT vroeg me om hoeveel geld het ging. Toen zei ik dat we geen geld nodig hadden, omdat we de zender zelf konden financieren. Die man was helemaal verbaasd. Er was nog nooit iemand bij hem gekomen voor een nieuw project die geen geld nodig had. Daarna hebben we heel kostenbewust het station opgebouwd, grotendeels met mensen van RTL4. Het probleem was dat in juni 1993 Joop van der Reijden me duidelijk maakte dat hij nu wél geïnteresseerd was om mee te doen met het RTL5-project. Maar dat was voor ons te laat. Het was niet meer mogelijk, we hadden alles al gereed. Het leek me beter om RTL5 eerst op te starten, dan konden ze misschien later nog instappen. Het zou wel gekund hebben, maar dan moest RTL5 eerst een apart bedrijf worden. Dat is het nooit geweest. Tot aan het eind is het alleen een merknaam geweest, geen bedrijf. De lancering was 2 oktober 1993, en het is gelijk goed gegaan. Toen het ging lopen hebben we ook praktisch geen geld verloren. We hadden alleen in het eerste jaar 20 miljoen gulden minder winst gemaakt dan voorspeld. Maar aan het eind van 1993 hadden we precies de winst die we hadden verwacht. RTL5 was een succes, die relatief meer geld opleverde dan RTL4 alleen.
De producenten / Endemol
Eind 1992 hebben wij een driejarig contract gesloten met John de Mol, omdat ik niet alleen afhankelijk wilde zijn van produkten van Joop van den Ende. In 1993 gingen Van den Ende en De Mol rond de tafel zitten om samen te werken, ze wilden gaan fuseren zodat ze beter de prijzen konden dicteren aan RTL. Ze vroegen zich af waarom ze zich allebei door die Freddy Thyes moesten laten afpersen. Maar die gedachte was fout, want op het moment dat hun produkten duurder worden zou het resultaat van het station naar beneden gaan. Ze begrepen niet dat als dat gebeurde we ook minder produkten van hen zouden afnemen. Ze waren jaloers op de winst van RTL. Die bedroeg zeventig tot honderd miljoen gulden. En het bedrijfsresultaat van Van den Ende was minder goed. Ik heb eind 1993 aan CLT voorgesteld om een aandeel van John de Mol te kopen, nog voor de fusie met Van den Ende. Ik had een aanbod voor veertig procent voor een eerlijke prijs, voor vijf jaar. Maar CLT wilde niet investeren in dit productiebedrijf. Dat was een grote fout. Als we wel dat aandeel hadden gekocht was er nu geen Endemol geweest.
Begin 1994 ontstond Endemol, en wilden de heren weer onderhandelen voor een langdurig contract. Ik moest in Hilversum op het kantoor van De Mol komen. Daar zeiden ze: "Freddy, je hebt te veel winst en wij hebben alleen een kleine marge." Dus ik vroeg hoeveel ze dan wilden. Nou, de helft, zeiden ze toen. Dat was natuurlijk een grapje. De helft van de winst ging naar de aandeelhouders, dus moesten die nu hun aandeel maar afstaan omdat de producent voortaan meer wilde hebben? Nee dus. Toen riep Joop tegen mij: "Freddy, nu maak je de grootste fout van je carrière." Als ik toen akkoord was gegaan dan was de samenwerking tussen Endemol en Veronica er nooit gekomen. Dan was Veronica ook nooit commercieel gegaan. En dan was de Holland Media Groep er ook niet gekomen.
In het voorjaar van 1994 heb ik een strategisch script geschreven waarom ik niet op het voorstel van Endemol wilde ingaan. Dat is uitgebreid in de Raad van Commissarissen van RTL4 behandeld. Er werd unaniem besloten dat we minder moesten werken met Endemol, dat we zelf meer sterren onder contract moesten nemen en meer met andere producenten moesten werken, of zelf produceren. Dat idee werd door iedereen ondersteund, ook door Henri Roemer, Joep Brentjens, Huib Boermans en de voorzitter van CLT Michel Delloye. Die beslissing is in april 1994 genomen. In de zomer heb ik met Endemol onderhandeld. Ik heb een pakket uitgewerkt, waarin Endemol nog steeds de helft van de eigen producties van RTL kon maken. Maar ze wilden niet de helft, ze wilden tachtig procent. Dat was echter niet de beslissing van de Raad van Commissarissen. En als algemeen directeur van zo'n station ben je niet de eigenaar, maar de uitvoerder van de Raad van Commissarissen. Dus ik moest nee verkopen.
In september 1994 kwam de samenwerking tussen Veronica en Endemol, en de dreiging dat Endemol weer veel voor het publieke bestel zou gaan werken. In die combinatie zou Endemol bij RTL weggaan. Toen zijn een aantal personen in paniek geraakt omdat ze dachten dat we teveel zouden verliezen. Maar dat vond ik absoluut niet. We hadden toen net heel veel sterren in huis gehaald, inclusief de Endemol sterren die nog voor heel 1995 onder contract stonden. Dit initiatief van Veronica en Endemol leek mij een tweede TV10 te worden. Daarom heb ik gezegd dat RTL niet bang moest zijn, en gewoon moest doorgaan.
De VNU
De VNU heeft toen de kans gegrepen om hun positie te verstevigen, en meer macht te krijgen in het station. Ze schoven hun eerste man naar voren, Huib Boermans. Brentjens is bij Delloye langs geweest, dé belangrijke man van CLT en dus ook RTL4, en hij heeft met hem een deal gesloten. Brentjens wilde meer macht bij RTL4, en in ruil zou hij de helft van de aandelen die VNU had in VTM verkopen aan CLT. VTM was toen de meest succesvolle Belgische zender, waarin CLT een rol wilde spelen. Ze wilden de markt in Vlaanderen en Wallonië onder controle krijgen. Ik kon niets aan die deal doen.
Het vertrek
Na het afketsen met de deal van Van den Ende en de komst van Boermans had ik plots alles fout gedaan. Ik rekende er op dat ik een andere positie binnen RTL aangeboden kreeg, op minimaal hetzelfde niveau. Maar ik lag helemaal verkeerd bij Delloye, dus ik kreeg niet de gewenste positie binnen CLT. We zijn tot een settlement gekomen, ik heb geen ontslag genomen. Ik moest wel naar de rechter stappen, maar die heeft me 100 procent gelijk gegeven. Voor RTL4 heb ik zes jaar lang onmenselijk hard gewerkt. Zes jaar lang heb ik geen familieleven gehad, geen vakantie, ik heb gewerkt in een voor mij vreemd land, alleen om zo'n station op te bouwen. Dat heb je dan met groot succes gedaan, en het is jammer dat zoiets zo moet eindigen.
De HMG
Nadat ik weg ging bij RTL4 heb ik eerst VT4 opgebouwd in België, een directe concurrent van VTM. De VNU heeft haar aandelen nog steeds niet verkocht aan CLT of RTL4, omdat ze nu verlies draaien. In Nederland werd intussen de Holland Media Groep aangekondigd, een Luxemburgs bedrijf wat pas begin 1996 echt is opgericht. Eerst moest het flink worden ingekrompen, omdat de Europese Commissie de dominante positie van HMG afkeurde. De participatie van Endemol werd niet goedgekeurd, als Endemol voor 80 procent van de programma's zou zorgen. Dat was precies wat ik ook had gezegd. Het aandeel van HMG op de totale markt zou te groot zijn. Met die beoogde 60 procent van de advertentiemarkt, die ze nu toch hebben, draaien ze alleen wel verlies. Dus het mooie bedrijf wat ik heb opgebouwd met twee stations in één bedrijf met een cash flow van 100 miljoen per jaar, dat is binnen anderhalf jaar een verliesgevend bedrijf geworden. Zelfs John de Mol roept nu dat Freddy Thyes maar terug moet komen, om de HMG weer te saneren.
De revanche / SBS6
In Nederland ben ik bij SBS6 betrokken geraakt. Dat wilde ik alleen maar doen als ik in een team van mensen kon werken die ik volledig vertrouwde. Ik weet nu hoe belangrijk het is dat je een 100 procent vertrouwensbasis moet hebben, en loyaliteit. Een team van vrienden, anders wilde ik het niet doen. Ik heb die mensen niet weggehaald bij RTL, ze zijn daar zelf weggegaan. Ze kregen geen goede carrièrekansen aangeboden bij RTL. RTL4 bleef het grote station, het oude RTL5 werd het nieuwe Veronica, en RTL5 zelf zou het herhalingsstation worden. Daarom heeft RTL5-baas Fons van Westerloo gezegd: daar wil ik niet aan meedoen. Dus nu zit Fons bij SBS. RTL4-Productions heb ik opgestart en Ronald Goes daar neer gezet. Binnen een jaar was het winstgevend, maar nu moet het opgaan als dochter in Endemol. Ronald wilde echter een zelfstandig bedrijf opbouwen, dus Ronald zit nu ook hier bij SBS. Er zijn veel RTL mensen hier. Rik Rensen en Henri Roemer zijn de enige belangrijke namen die vanaf het begin bij RTL hebben gezeten die er nu nog steeds zitten. Er zijn er heel veel weggegaan. SBS heeft ook programma's die zijn overgeheveld van RTL4 en RTL5. En met SBS6 gaat het goed. We zitten op de lijn van het businessplan, er komen steeds meer adverteerders, en het gaat alleen maar beter."
(c) Arjan Snijders